Onderstaande gegevens zijn gebaseerd op een onderzoek van het Groningse adviesbureau E&E advies. E&E advies heeft een harmonisatiemethode ontwikkeld om de gegevens op te halen die de fondsmanagers hebben over de gefinancierde projecten, en om deze om te rekenen naar CO2-impact. Hierdoor kunnen de fondsen gezamenlijk een indicatie geven van de impact van de gefinancierde projecten.
Bij het ontwikkelen van deze methode is nauw contact geweest met de verschillende fondsen. De resulterende methode geeft een zo goed mogelijke inschatting van de CO2-reductie waaraan de fondsen bijdragen.
De methode is nadrukkelijk niet bedoeld voor carbon accounting, waarbij volgens strenge normen de impact van fondsen wordt bepaald. Carbon accounting brengt een administratieve last met zich mee die de meeste fondsen niet kunnen dragen. Impactmeting is dan ook geen officiële taak van de meeste fondsen. De ontwikkelde methodiek vraagt minder van de fondsbeheerders.
De regionale fondsen hebben ieder eigen specifieke duurzame doelstellingen. De fondsen communiceren op basis van deze doelstellingen met hun opdrachtgever. Deze communicatie is leidend. Om een indicatie te kunnen geven van de gezamenlijke bijdrage van de fondsen, is de aanvullende methode ontwikkeld.
De regionale energiefondsen dragen bij aan 29 Mton CO2-reductie tot 2050
De regionale energiefondsen dragen bij aan zeker 29 miljoen ton (Mton) minder CO2-uitstoot tot 2050. Dit is de verwachte CO2-reductie door de gefinancierde projecten per 31-12-2018 over de hele projectduur. Deze hoeveelheid CO2 is vergelijkbaar met de uitstoot in de hele provincie Zuid-Holland gedurende één jaar. Gezamenlijk realiseren deze projecten jaarlijks een vermindering van 1,8 Mton CO2-uitstoot, oftewel 1,1% van de totale Nederlandse uitstoot, over een gemiddelde projectduur van 16 jaar.
Grootschalige projecten leveren grootste bijdrage
Diverse soorten projecten dragen bij aan de CO2-reductie. Hierbij dragen grote projecten substantieel meer bij dan kleine projecten. Een groot windpark levert de grootste bijdrage. Dit project is verantwoordelijk voor 13 Mton CO2-reductie over de projectduur. Andere grote projecten zijn divers van aard: een project realiseert grootschalige biomassaketels, een ander project maakt hergebruik van plastic afval mogelijk en een derde project ontwikkelt software waardoor schepen efficiënter kunnen varen.
Nog niet volledige CO2-impact in beeld
In de praktijk is het effect van de gefinancierde projecten groter dan de genoemde 29 Mton. Deze reductie is alleen het effect dat met de huidig bekende informatie in getallen uit te drukken valt. Bij sommige projecten is onvoldoende informatie beschikbaar om ze door te rekenen, terwijl ze wel bijdragen aan de reductie van CO2-uitstoot. Zo is van honderden kleine projecten geen gedetailleerde informatie achterhaald, waardoor hun bijdrage niet is meegenomen. Een andere reden dat niet alle CO2 mitigatie in beeld komt, is dat veel projecten / bedrijven vrij jong zijn als de fondsen financiering verstrekken, maar potentiële game changers kunnen zijn. Vroegefase financiering kan zeer impact vol zijn. Tegelijk zijn de positieve effecten lastig te meten. Dan zijn er ook projecten die wel bijdragen aan de energietransitie, maar geen directe CO2-reductie veroorzaken. Het gaat hierbij bijvoorbeeld om bepaalde innovatietrajecten. Projecten als deze zijn eveneens belangrijk voor de energietransitie, maar het effect is niet (goed) te kwantificeren.
Energie: jaarlijks 9 PJ duurzame energie en 6 PJ besparing
De projecten hebben zichtbaar impact op het nationale energiesysteem. Aan de ene kant wekken ze veel duurzame energie op, aan de andere kant zorgen ze voor significante energiebesparing.
Elektriciteit: jaarlijks 2 TWh groene stroom
Onder de gefinancierde projecten zijn veel zon- en windprojecten. De fondsen hebben in zeven windprojecten geïnvesteerd, waarin ruim honderd turbines worden geplaatst. De windprojecten wekken voldoende stroom op om de hele gemeente Utrecht van elektriciteit te voorzien.
Daarnaast dragen de fondsen bij aan ruim 250 ha aan zonne-energie, deels in zonneakkers en deels op daken. Deze projecten leveren jaarlijks 300 GWh aan groene stroom op. Dit is vergelijkbaar met het gebruik binnen de gemeente Nieuwegein.
Elektriciteitsproductie uit biomassa zorgt voor nog eens 150 GWh aan groene stroom. Gezamenlijk wekken de projecten jaarlijks 2 TWh aan groene stroom op, dit is 1,7x zo veel als alle NS-treinen jaarlijks gebruiken.
Groen gas: 50 miljoen m3 per jaar
De verschillende groengasprojecten produceren jaarlijks bijna 50 miljoen m3 groen gas. Dit gas wordt geïnjecteerd in het gasnetwerk. Deze hoeveelheid is voldoende om alle woningen in Delft te voorzien van duurzaam gas.
Duurzame warmte: meer dan 180 miljoen m3 gasbesparing
In verschillende projecten wordt gezorgd voor isolatie en verduurzaming van de verwarming van gebouwen en woningen. De duurzame warmte wordt onder andere met geothermie, zonthermie en biomassaverbranding opgewekt. Op deze manier wordt jaarlijks meer dan 180 miljoen m3 aardgas bespaard, dit is vergelijkbaar met het aardgasgebruik binnen de gemeente Apeldoorn.
Economie: € 1,1 miljard aan cofinanciering gerealiseerd
In totaal hebben de fondsen zo’n € 400 miljoen geïnvesteerd in de gefinancierde projecten. Dankzij de investeringen van de fondsen is tot en met 2018 € 1,5 miljard geïnvesteerd in de Nederlandse economie. Deze investeringen hebben een positief effect op de economie: ze creëren werkgelegenheid en ondersteunen innovatie.
Projecten hebben nog meer positieve effecten
De fondsen dragen niet alleen bij aan de energietransitie, ook andere maatschappelijke doelen worden gerealiseerd. Zo worden in de projecten asbestdaken gesaneerd, afval wordt hergebruikt en er wordt geïnvesteerd in de zorg en sociale cohesie.
Benieuwd naar de methodologie? Klik dan hier